logo1piermiemelekecasteurvergekelogo

DE REUZENDRAGERS

De reuzen van Kruishoutem zijn gedragen reuzen.  Zij hebben geen wielen.
De dragers van het Kruishoutems Reuzengild zijn er fier op dat zij de reuzen dragen. Dit heeft hen de mogelijkheid om enige levendigheid te brengen tijdens de deelname aan de stoeten.

Iedere reus is wordt begeleid door drie dragers, die om beurt de reus dragen. De reus wordt gedragen op de schouders. Binnenin zijn twee draagbaren voorzien die op de schouders rusten. Op die manier kan men de reus gemakkelijk in evenwicht houden en er heel wat bewegingen mee uitvoeren.

De drager draagt de reus, naar gelang de weersomstandigheden, een tweehonderdtal meter en wordt dan afgelost.
Sommige stoeten zijn tot 5 km lang, zodat dit een hele inspanning is om de stoet tot een goed einde te brengen. Gelukkig doen er zich zelden ongevallen voor.
 Wanneer men de reus draagt is de zichtbaarheid beperkt. Het is dan ook de taak van de twee begeleiders om de drager te wijzen op de voorkomende hindernissen, zoals put in de straat, riool, borduren, enz.

Uiteraard is het prettiger bij mooi en rustig weer deel te nemen aan de stoet. Wind en regen zijn de grootste vijand van de reuzen. Door hun hoogte vangen zij veel wind, zodat het soms een ganse toer is om de reus bij hevige wind recht te houden. Dan zijn alle dragers alert voor eventuele ongevallen en bij te springen.
Regen is een andere vijand. De kledij wordt dan nat en zwaarder. De reus kan dan gauw een tiental kilogram zwaarder wegen.

De dragers zijn thans gekleed in een witte broek, wit hemd met rode das, een witte traingingsvest, Op het hoofd dragen zij een rode pet. Op de rug van de vest staat “Kruishoutems Reuzengild”. Op de voorzijde van de vest en op de pet is een vignet genaaid met het logo van het Kruishoutems Reuzengild.
In het begin was er geen speciale kledij voorzien. De dragers droegen gewone kledij met wit hemd en een das.
In  1957 werd een witte broek en een witte kepie gedragen. 

In 1969 werden de witte kepies vervangen door rood-gele petjes en werden rode dassen aangekocht.

Omdat bij kouder weer het niet steeds mogelijk is om in hemd te lopen, droegen de dragers dan een gewone jas. Dit gaf een minder feestelijk uitzicht.  Daarom werden in 1980 witte bloesons aangekocht , waardoor de dragers een volledig “uniform” kregen en allen gelijke kledij droegen. Dit gaf een schonere indruk aan de reuzengroep.

In 2000 werden de petten, dassen en bloesons vernieuwd en wordt thans nog deze kledij gedragen.

De dragers zelf werden in het begin vooral gerecruteerd onder het personeel van de firma De Snerck.  Bij dit bedrijf in bouwmaterialen vond men de sterke mannen die de reuzen konden dragen.

De eerste dragers waren: Alfred De Smet, Gomar Van Den Berghe (+), en Godard Garez(+) en Robert ’t Kindt die Pier de Eierboer droegen.
Mie de Boterboerin werd gedragen door Roger De Praetere (+), Valère Van Assche (+) en Henri Dhuyvetter (+).

Robert ’t Kindt is ruim 50 jaar drager geweest en overleed in 2005 en heeft steeds Pier de Eierboer onder zijn hoede gehad.. Hij werd dan ook op passende wijze gevierd voor zijn “50-jaar dragerschap”, ter gelegenheid van de ontvangst op het gemeentehuis bij de viering van 50 jaar Reuzengild, samen met de oprichter van het Reuzengild René Dhuyvetter die in 2006 overleed op 96-jarige leeftijd...

Gedurende de vijftig jaar bestaan zijn, naast deze eerste dragers,  heel wat dragers actief geweest:

Creteur Marcel - Van Den Heede Gerard - Garez Willy - Garez Roger(+) -Van Steenbrugge Marnix (+) - Van Steenbrugge Eric - Garez Jean-Pierre - Van Kwikenborne Christiaan - Everaert Irené - Moerman André - Everaert Lieven - Herroelen Marc - Heyde Peter - Van Kwikenborne Benjamin - Verpraet Kenneth - Moerman Marc - Vindevogel Chris - Crabbe Julien(+) - Van Den Heede Eric(+) - Lasseel Marc - Van Kwikenborne Remi(+) - Van Den Heede Martin - Everaert Koen - Nachtergaele Luc - Dierick Jürgen - De Poortere Edwin - Nollens Tom - Van Den Heede Frederik - 't Kindt Kevin - Cosijns José en leider Dierick Patrick.